Het idee dat waarheid relatief is, is strijdig is met het idee dat waarheid absoluut is. Dat lijkt evident.
Maar als je beter kijkt, blijkt dat toch te simpel gesteld. Waarom relatieve en absolute waarheid niet ten diepste strijdig zijn, maar twee kanten van hetzelfde verhaal.
De waarheid van een uitspraak hangt af van hoe de uitspraak bedoeld is, wat de termen precies betekenen en waar de uitspraak daadwerkelijk naar verwijst. Oftewel: waarheid (als communiceerbare waarheid) is afhankelijk van het perspectief(1) en dus (in die zin) relatief.
Absolute waarheid kan daarentegen nergens afhankelijk van zijn. Het is immers absoluut.
De twee zijn dus strijdig. Dat lijkt onmiskenbaar.
Maar deze conclusie berust wel op een aanname. Die aanname is dat in beide gevallen hetzelfde begrip waarheid wordt gebruikt. Dus dat het in beide gevallen bijvoorbeeld over communiceerbare waarheid gaat.
Het is nog maar de vraag of dat het geval is. In de praktijk wordt het begrip waarheid vaak zo onnauwkeurig gebruikt, dat er gemakkelijk verschillende begrippen door elkaar heen kunnen lopen.
Maar hoe kan een beetje slordigheid over een begrip zo'n groot verschil verklaren? Kan de lijnrechte tegenstelling tussen absolute en relatieve waarheid door wat slordigheid verklaard worden?
Ik vermoed van wel.
Maar wat zéker kan, is laten zien dat relativiteit en absoluutheid twee kanten kunnen zijn van dezelfde medaille.
Communiceerbare waarheid is relatief aan het perspectief
Hiervoor begin ik bij het begrip waarheid zoals ik dat al eerder heb geïntroduceerd: waarheid als communiceerbare waarheid. Dit begrip staat voor informatie die waar is.
De waarheid van informatie hangt af van de situatie in de werkelijkheid én van het perspectief. Zonder perspectief is er geen bepaling waar de informatie over gaat en op welke manier. Zonder deze bepaling is er geen informatie en is er dus ook geen (communiceerbare) waarheid.(1)
Waarheid als ware informatie is afhankelijk van het perspectief. Waarheid als ware informatie is dus (in deze zin) relatief. Dat is stap een.
Tijd voor stap twee.
De corresponderende triade en haar afhankelijkheid
In Wanneer is iets waar? heb ik beschreven wat er nodig is voor waarheid. Daar kwam het volgende uit naar voren. Informatie is waar als het in combinatie met het bijbehorende perspectief, succesvol verwijst naar een situatie in de werkelijkheid.
Het draait bij waarheid om een triade, een combinatie van drie dingen. Informatie, perspectief en (de situatie in de) werkelijkheid. En er is sprake van waarheid bij het corresponderen van de triade.
Als we deze triade van informatie, bijbehorend perspectief en (de situatie in de) werkelijkheid beschouwen, dan kunnen we de volgende vraag stellen. Van wat buiten de triade is het corresponderen van de triade afhankelijk? Wat is er buiten deze triade dat ervoor kan zorgen dat de triade ineens niet meer correspondeert?
Laten we kijken. We hebben de informatie, alle voor de informatie benodigde condities en afhankelijkheden (want dat is het perspectief) en het gerepresenteerde aspect van de werkelijkheid. Wat hierbuiten kan het al of niet waar zijn van de informatie nog verstoren?
Niets natuurlijk.
Want alles waarvan het waar zijn van informatie afhankelijk is, is al onderdeel van de triade. Het corresponderen van deze drie zaken is dus niet afhankelijk van iets erbuiten.
De conclusie is dus: de triade volstaat. De triade op zichzelf is onafhankelijk en heeft genoeg aan zichzelf. De corresponderende triade is dus (in deze zin) absoluut.
Waarheid als corresponderende triade is absoluut
Dit inzicht geeft de mogelijkheid tot een tweede definitie van waarheid. Namelijk waarheid als de corresponderende triade van informatie, perspectief en werkelijkheid. Voor dít begrip waarheid geldt (u zag het al aankomen): de waarheid is absoluut.
Het hangt er simpelweg vanaf of je met waarheid ook alle betrokken condities en conventies insluit, of dat je dit (minstens gedeeltelijk) buiten je blikveld houdt. Neem je in principe echt alles mee, dan kan je van absolute waarheid spreken. Zo niet, dan is waarheid nog afhankelijk van de beïnvloedende zaken die je niet hebt meegenomen.
Dit is nogal logisch. Als de hoedanigheid van iets afhangt van iets erbuiten, dan is die hoedanigheid gerelateerd of relatief aan die zaken erbuiten. Als de hoedanigheid van iets niet afhankelijk is van iets erbuiten (bijvoorbeeld omdat alles waarvan het afhankelijk is er per definitie onderdeel van is), dan kan je het opvatten als absoluut.
Dit laatste is het geval als we met de term waarheid de corresponderend triade bedoelen. En in dat geval kunnen we waarheid opvatten als absoluut.
Waarom deze gedachtegang niet kan worden afgedaan als triviaal
Je zou kunnen zeggen: deze gedachtegang is triviaal, het helpt ons niet verder. Maar of je deze logica nu triviaal wil noemen of niet, het idee dat absolute waarheid samen kan gaan met relatieve waarheid is zeker niet vanzelfsprekend. Het is beslist niet triviaal in de zin dat het algemeen bekend zou zijn. Want het is geen gebruikelijk idee om te denken dat absolute en relatieve waarheid compatibel zouden kunnen zijn. En het is wel belangrijk om dat te beseffen.
En of de gedachtegang triviaal genoemd wordt of niet, de uitkomst ervan helpt ons wel degelijk verder. Want het stelt ons een vraag. Bedoelen we met waarheid ook de condities waaronder de informatie waar is, of doelen we alleen op de informatie zelf? Het stellen van deze vraag (en het er eerlijk op antwoorden) helpt ons verder.
Het bagatelliseren van de noodzaak om hier bij stil te staan helpt ons niet verder. Integendeel. Een weigering tot openheid over de eigen aannames is de perfecte voedingsbodem voor meer misverstand en spraakverwarring.
Het belang van het samen gaan van absolute en relatieve waarheid
Mijn conclusie is dus dat we op een zinvolle manier van absolute waarheid kunnen spreken.
Dat we dit kunnen is belangrijk. Want het ondersteunt de intuïtie dat de waarheid iets 'standvastigs' is waarop we kunnen bouwen en waarop we elkaar kunnen aanspreken. En deze intuïtie is in de praktijk van samen leven en samenwerken van doorslaggevend belang.
De manier waarop we tot deze conclusie zijn gekomen is ook van belang. Want we hebben niets af hoeven doen aan de relationaliteit van informatie. Terwijl het gegeven dat (ware) informatie afhankelijk is van het perspectief volledig is aanvaard, komen we toch tot de conclusie dat er op zinvolle manier van absolute waarheid gesproken kan worden. De relativiteit van informatie en van communiceerbare waarheid gaat volledig samen met een zinvolle notie van absolute waarheid.
Relatieve waarheid en absolute waarheid hoeven niet strijdig zijn. Er is een opvatting mogelijk waarbij het twee kanten zijn van dezelfde medaille.
Volgens deze opvatting wordt het begrip waarheid gebruikt op meerdere niveau's, die vaak door de war worden gehaald. De relatie tussen de niveau's wordt niet gezien; het inzicht dat ze niet strijdig hoeven te zijn, ontbreekt. Ik zie het als een Babylonische spraakverwarring die we te boven kunnen komen.
Als we willen.
Daarvoor is een ding wel cruciaal.
Bewustzijn van het perspectief
Voor beide kanten van de waarheidsmedaille is het perspectief doorslaggevend. Waarheid als ware informatie is relatief vanwege het perspectief. Waarheid als corresponderende triade is absoluut vanwege (het omvatten van) het perspectief.
Er is dus een ding waar we niet onderuit kunnen. Dat is het perspectief. Deze opvatting draait om bewustzijn van het perspectief.(2)
Je kan je blind staren op absolute waarheid of op relatieve. Je kan je blind staren op de ene kant van de medaille of op de andere. Maar het is één medaille. Een medaille die draait om het niet langer over het hoofd zien van het perspectief.(3)
1) Zie Waarheid is gebaseerd op informatie voor een uitleg waarom.
2) Hierbij moeten de volgende zaken niet worden vergeten:
Verschillende perspectieven zijn niet ‘los zand’ en kunnen ook niet vrij of zonder consequenties gekozen worden. Perspectieven hangen systematisch samen. Wat waar is vanuit het ene perspectief, hangt systematisch samen met wat waar is vanuit het andere perspectief.
De centrale rol van het perspectief maakt de zaak niet subjectief. Want wie of wat het perspectief ook aanneemt, datgene dat geconstateerd zal worden vanuit datzelfde perspectief is hetzelfde.
Perspectieven zijn niet (bij voorbaat) gelijkwaardig. Het is alleen interessant om te spreken van waarde en gelijkwaardigheid als er sprake is van een doel of belang. En gegeven het doel of het belang zijn perspectieven (in het algemeen) ongelijk geschikt.
3) Als het begrip perspectief zo centraal staat, is een gedegen beschrijving van het begrip gewenst. Ik heb hier (en in andere artikelen) uitleg gegeven. Maar deze is bondig gebleven ten behoeve van de leesbaarheid. Een uitgebreide verhandeling inclusief voorbeelden zal onderdeel zijn van het boek waarvan deze site een taste is.