Vaak wordt gezegd dat er geen waarheid mogelijk is als waarheid afhangt van het perspectief. Maar dat waarheid objectief is en dat we überhaupt van waarheid kunnen spreken, komt juist door het perspectief. Het perspectief is geen belemmering voor waarheid maar het maakt objectieve waarheid mogelijk.
Hoe zit dit nu? Wanneer is iets eigenlijk waar?
Het perspectief (zoals hier beschreven) is iets anders dan vaak wordt gedacht. Het perspectief is niet je persoonlijke smaak of belang. Het perspectief is niet iets persoonlijks of iets subjectiefs. Het is wél de bepaling waarover de informatie gaat inclusief de manier waarop het daarover gaat. Het is een verzameling condities waar al of niet aan voldaan kan zijn.
Onbewust
Als je informatie ontvangt, weet je vaak automatisch welk perspectief je moet toepassen om de informatie te begrijpen.
Dit komt niet omdat het vanzelf gaat of triviaal is. Dit komt omdat we vele jaren o.a. op school gedrild zijn. Na een langdurig leerproces begrijp je feilloos wat er wordt bedoeld als iemand bijvoorbeeld vraagt hoe laat het is.
Omdat het toepassen van een perspectief veelal geautomatiseerd is, wordt gemakkelijk vergeten dat we nog steeds iets doen als we informatie interpreteren. Het wordt gemakkelijk over het hoofd gezien dat er überhaupt een perspectief in het spel is als we met informatie werken.
Maar zonder perspectief kan je informatie niet 'decoderen' en ken je geen betekenissen.
(Zie hier voor een uitleg waarom.)
Betekenis en interpretatie
Informatie heeft dus een perspectief nodig om de betekenis te openbaren. Als het helder is wat het perspectief is dat bij de informatie hoort, is de betekenis bekend.
Betekenis betreft dus de combinatie van informatie en perspectief.
Dit kan ook (correct) geïnterpreteerde informatie of de interpretatie van de informatie genoemd worden.
Als de betekenis bekend is, is het duidelijk wat er in de werkelijkheid het geval moet zijn, zodat de informatie waar is.
Maar als alleen de betekenis bekend is, weet je nog niet of deze ook het geval is. Want de situatie in de werkelijkheid kan overeenkomen met de geïnterpreteerde informatie, of niet. De geïnterpreteerde informatie kan waar zijn, of niet.
Waarheid
Als de situatie in de werkelijkheid overeenkomt met de (correct) geïnterpreteerde informatie, dan is de informatie waar. Als de combinatie van informatie en perspectief een toestand beschrijft die daadwerkelijk het geval is, is de informatie waar.
Vanzelfsprekend geldt dit alleen, gegeven het bijbehorende perspectief. De informatie in combinatie met een ánder perspectief kan immers onwaar zijn. Dus het is vollediger om te zeggen: de informatie is waar, gegeven dit perspectief.
Waarheid als het geval zijn van de betekenis
Het draait bij waarheid dus nooit om een kwalificatie van de informatie alleen. Dat is logisch, want informatie zonder perspectief verwijst niet eens ergens naar; informatie heeft het perspectief nodig om naar iets in de werkelijkheid te kunnen verwijzen.
Het gaat wel om de kwestie of de betekenis - de combinatie van informatie en perspectief - het geval is. Corresponderen deze twee in combinatie, met de stand van zaken in de werkelijkheid?
De triade van waarheid
Het draait bij waarheid dus om de combinatie van drie dingen. Het draait bij waarheid dus om een triade. De triade informatie, perspectief, (situatie in de) werkelijkheid.
Als de informatie in combinatie met het bijbehorende perspectief, succesvol verwijst naar een situatie in de werkelijkheid, is er sprake van waarheid.
Dit is het antwoord op de vraag "Wanneer is iets waar?"
Iets is waar als de bijbehorende triade correspondeert. Er is sprake van waarheid bij het corresponderen van de triade.(1)
Waarheid is onafhankelijk van subject of agent
Wellicht is het al opgevallen. Bij de drie dingen die nodig zijn voor waarheid zit geen agent of subject. Oftewel er is geen agent nodig voor waarheid.
(Zie Waarom waarheid niet subjectief is als je wilt weten wat subject en agent betekent.)
Als een agent wil nagaan of iets waar is, moet de agent een perspectief aannemen. Er is een agent nodig voor het constateren van waarheid.
Maar voor het waar zijn van waarheid is geen agent nodig. Waarheid is onafhankelijk van de agent.
Dit komt overeen met de intuïtie die de objectief-realisten (en velen van ons) over waarheid hebben. Volgens deze intuïtie is waarheid objectief en geldt zij voor ons allen; het is onzin dat ieder individu zelf kan bepalen wat waar is. Iemand kan (binnen grenzen) bepalen vanuit welk perspectief hij of zij wil kijken. Maar een agent kan niet bepalen wat er dan vanuit dat perspectief te zien is.(2)
Relationaliteit en perspectiviteit gaan samen met objectiviteit
Dus ook als je volledig accepteert dat waarheid relationeel en perspectivisch is, betekent dit niet dat waarheid relatief is aan het subject of de agent. Integendeel: relationaliteit en perspectiviteit van waarheid gaan samen met de objectiviteit van waarheid.
In "Waarom er een impasse is betreft waarheid" beschrijf ik dat twee denkrichtingen strijdig zijn maar ook allebei onmisbare elementen hebben. De objectiviteit van waarheid is een onmisbaar element van de ene denkrichting. De perspectiviteit van waarheid is een onmisbaar element van de andere denkrichting.
Nu blijkt dat deze elementen niet per se strijdig zijn, maar wel degelijk samen kunnen gaan. Daarmee is een belangrijke stap gezet voor het vinden van een uitweg uit de impasse betreft waarheid.
1) Het idee dat iets waar is als het correspondeert met de werkelijkheid sluit aan bij onze intuïtie. Omdat een begrip van waarheid alleen echt gaat werken als het begrip kan werken voor iedereen, vind ik het van groot belang dat het aansluit bij deze intuïtie. Maar correspondentie als criterium voor waarheid is in de filosofie ook veelvuldig bekritiseerd en dus controversieel. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de correspondentietheorieën zoals geformuleerd door Plato, Aristoteles en Russell. Met de relationaliteit van informatie en het begrip perspectief is mijn versie van correspondentie echter een hele andere (dan van voornoemde filosofen). Dit brengt de problemen die naar voren zijn gebracht, in een heel ander daglicht, zodat ze niet schadelijk zijn. Details hieromtrent zullen elders worden gegeven.
2) Een (menselijke) agent kan binnen bepaalde grenzen soms ook bepalen wat hij gaat zien als hij vanuit een bepaald perspectief gaat kijken (bijvoorbeeld door een photoshoot voor te bereiden). Maar hij maakt dan gebruik van kennis over hoe zaken nu eenmaal in beeld komen. Oftewel hij kan niet bepalen dat de dingen er zo uit zien als ze eruit zien als hij vanuit dat perspectief gaat kijken.