Ik heb eerder beschreven waarom waarheid relationeel en perspectivisch is. Maar betekent deze conclusie niet dat waarheid relatief is en dat ieder zijn eigen waarheid kan bepalen?
Nee dat betekent het niet. Waarheid is niet subjectief. Lees hier waarom.
Eerlijk gezegd is het vrij simpel.
De relationaliteit van waarheid en het perspectivisch zijn van waarheid wordt niet veroorzaakt door onze menselijke aard. Het wordt ook niet veroorzaakt door de aard van de werkelijkheid. Het wordt veroorzaakt door iets heel anders...
Een metafoor ter verheldering.
Metafoor
Als je een gat boort in een houten balk, krijg je behalve het gewenste gat, ook houtkrullen.
Die krullen zijn er niet omdat het hout daadwerkelijk bestaat uit krullen, zoals waarheidsobjectivisten denken. De krullen zijn niet de ware bouwsteen van het hout.
Die krullen zijn er ook niet omdat onze subjectieve menselijke aard krullen creëert, zoals constructivisten en idealisten denken. Als een aap, robot of buitenaards wezen het gereedschap zou gebruiken, ontstaan er ook krullen.
De krullen worden veroorzaakt door de werking van het gereedschap.
De relationaliteit van informatie (en de relationaliteit van waarheid) wordt niet veroorzaakt door de aard van de natuur. De relationaliteit van informatie wordt niet veroorzaakt door onze menselijke aard. De relationaliteit wordt veroorzaakt door het gereedschap.
En dan heb ik het over het gereedschap dat je (noodzakelijkerwijs) gebruikt als je met waarheid bezig bent. Dat gereedschap is natuurlijk informatie. De eigenschappen van informatie veroorzaken de relationaliteit van waarheid.
Deze eigenschappen van informatie doen dit niet alleen voor menselijke gebruikers van informatie, maar voor elke soort gebruiker van informatie. Ook voor apen, robots en buitenaardse wezens.
Het gaat niet om subjectiviteit. Het gaat niet om ons, om 'de mens'.
Het draait om de aard van informatie. De aard van informatie is relationeel en (bij gebruik) perspectivisch. De aard van de gebruiker (van informatie) doet simpelweg niet ter zake.
De agent versus het 'subject'
Informatie wordt door allerlei soorten gebruikers gebruikt. Niet alleen door mensen, maar ook apen of andere dieren, computersystemen, robots, buitenaardse wezens etc. gebruiken informatie. Een gebruiker van informatie kan van elke soort zijn. Om dat duidelijk te maken, geef ik het een naam. Een informatiegebruiker noem ik agent.
In de (meer traditionele) filosofie spreekt men vaak van het subject. Het subject is datgene dat het object bekijkt of bestudeert. Het staat grofweg voor datgene, ‘de mens’ die het object onderzoekt en kent.
Het begrip subject maakt geen onderscheid tussen (de kenmerken van) het individu, (de kenmerken van) het perspectief en het ‘mens zijn’. Dit gebrek aan onderscheid zorgt ervoor dat allerlei aannames hieromtrent hun effect kunnen uitoefenen zonder dat dit boven water komt.
Voor helder denken, is het nodig dat de aannames op tafel komen. Daarom vind ik het belangrijk om het begrip subject te ontleden in de begrippen perspectief en agent.
Waarom het perspectief niet subjectief is
Een perspectief is niet een aspect van de geesteswereld van een menselijk individu. Een perspectief is niet een aspect van het collectief bewustzijn van een volk. Perspectieven zijn niet iets psychologisch, iets menselijks of iets subjectiefs.
Het perspectief is de bepaling waarover het gaat inclusief de manier waarop het daarover gaat. Het is een set aan condities waar al of niet aan voldaan kan zijn. Zo 'technisch' is het perspectief.
Agenten kunnen al of niet aan die condities voldoen. En dit betekent hetzelfde als: agenten kunnen al of niet dat perspectief aannemen.
Als een agent informatie interpreteert of verwerkt vanuit perspectief x, dan neemt hij perspectief x aan. Als hij de daarna informatie verwerkt vanuit een ander perspectief genaamd y, dan neemt hij vervolgens dat andere perspectief (y) aan.
Het maakt niet uit wie de agent is of van welke soort de agent is, áls hij het perspectief aanneemt, constateert hij wat daar te constateren is. Wat daar te constateren is, ligt immers niet vast in het subject of in de agent. Het hangt niet af van het subject of de agent. Het hangt wel af van het perspectief en natuurlijk van (de stand van zaken in) de werkelijkheid.
Waarheid is niet subjectief
Wat er te constateren is, is wel perspectivisch, maar niet subjectief. Waarheid is wel perspectivisch, maar niet subjectief.
Een voorbeeld. De zon is (enorm veel) helderder is dan de (andere) sterren. En toch zend de zon zo’n 23 keer minder licht uit dan de middelmatige ster Sirius.
Dat de zon zo helder is, geldt bij nadere beschouwing voor ons; het komt simpelweg omdat we er zo dicht bij zijn.
Dat we de zon veel helderder zien dan Sirius hangt wel af van het perspectief (dat wij, de andere dieren en de camera’s op aarde hebben en dat wij met hen delen).
En het hangt niet af van het soort subject of van iets menselijks. Elke agent, met gevoeligheid in het visuele deel van het elektromagnetisch spectrum en dat zich op of in de buurt van de aarde bevind, kan constateren dat er veel meer licht van de zon is dan van Sirius.
Dit is een voorbeeld van de niet-subjectieve perspectiviteit waar ik het over heb. Waarheid is op deze wijze perspectivisch, maar niet subjectief.
Het gaat nog een stapje verder.
Waarheid is niet afhankelijk van de agent
Dat het waar is dat de zon vanaf de aarde veel helderder is, is ook niet afhankelijk van de vraag of er wel agenten zijn die dat kunnen constateren.
Om te controleren of iets waar is, moet een agent een perspectief aannemen. Er is een agent nodig voor het constateren van waarheid. Er is een agent nodig voor het appreciëren van waarheid.
Maar voor het waar zijn van waarheid is geen agent nodig.